Een evenredigheidsbeoordeling voor gereglementeerde beroepen

De evenredigheidsbeoordeling past in het kader van de gereglementeerde beroepen. De toegang tot deze beroepen en/of de uitoefening ervan is aan voorwaarden onderworpen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de verplichting over bepaalde beroepskwalificaties te beschikken (een diploma, beroepservaring, ...) of om een deontologische code waaraan men onderworpen is. 

Over welke beroepen gaat het?

Raadpleeg de lijst van gereglementeerde beroepen.

Dit regelgevend kader beperkt noodzakelijkerwijs de vrijheid van mensen die economisch actief willen zijn: ze mogen de activiteit niet uitoefenen indien ze niet aan deze voorwaarden voldoen. 

Evenredige regels

De regels die voor deze beroepen gelden, moeten evenredig zijn. Zij mogen niet verder gaan dan wat noodzakelijk is om te garanderen dat het algemeen belang veiliggesteld is. De voorgestelde maatregelen moeten derhalve legitiem zijn.

Voorbeelden van doelstellingen van algemeen belang die doorgaans de reglementering van een beroep rechtvaardigen: 
•    handhaving van de openbare orde of de openbare veiligheid, 
•    instandhouding van het financieel evenwicht van het socialezekerheidsstelsel, 
•    bescherming van consumenten, begunstigden van diensten en werknemers, ...

De evenredigheidsbeoordeling is precies bedoeld om deze evenredigheid te waarborgen.

In welke gevallen is een evenredigheidsbeoordeling nodig?

Alleen voorstellen voor het invoeren of wijzigen van bepalingen om een beroep te reglementeren, moeten aan een evenredigheidsbeoordeling onderworpen worden.

Bijgevolg:
•    is een evenredigheidsbeoordeling niet meer nodig voor bestaande beroepsreglementeringen;
•    wanneer in een beroepsreglementering wijzigingen of nieuwe bepalingen komen, hoeft er geen evenredigheidsbeoordeling voor de gehele reglementering te gebeuren: alleen de nieuwe of gewijzigde bepalingen worden beoordeeld;
•    binnen een dergelijk ontwerp worden alleen de bepalingen beoordeeld die de toegang tot en/of de uitoefening van het beroep reglementeren. Bepalingen die ergens anders over gaan, bijvoorbeeld de werking van een orde of instituut voor het betreffende beroep, worden niet aan een evenredigheidsbeoordeling onderworpen;
•    wat voorstellen voor wijzigingen van beroepsreglementeringen betreft, moet de beoordeling gebeuren voor zowel voorstellen die voorwaarden toevoegen/verzwaren als voorstellen die voorwaarden verlichten.

Wie moet evenredigheidsbeoordelingen verrichten?

De evenredigheidsbeoordeling moet gebeuren door de autoriteit waarvan het voorstel uitgaat. Zij is het best geplaatst om de evenredigheidsbeoordeling te verrichten voor ontwerp-reglementering die zij opstelt.

Wat omvat een evenredigheidsbeoordeling?


De autoriteit waarvan het voorstel uitgaat, moet bij de evenredigheidsbeoordeling rekening houden met een reeks elementen die in vier lijsten zijn onderverdeeld.

1.    De eerste lijst bevat de elementen die altijd in aanmerking moeten worden genomen, ongeacht wat het reglementeringsvoorstel voor het beroep verder inhoudt.
2.    De tweede lijst bevat de elementen die alleen in aanmerking moeten worden genomen indien ze relevant zijn met betrekking tot de aard en de inhoud van de voorgestelde beroepsreglementering.
3.    De derde lijst bevat de elementen die het beroep reeds reglementeren en die verband houden met de voorgestelde beroepsreglementering.
4.    De vierde lijst bevat elementen die verband houden met tijdelijke of occasionele prestaties door een dienstverrichter uit een andere lidstaat van de Europese Unie.

Wettelijke basis

Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties heeft de lidstaten opgelegd dat ze evenredigheidsbeoordeling moeten realiseren, zonder verdere modaliteiten te preciseren.

Die situatie dreigde te leiden tot versnippering van de interne markt: de lidstaten konden de evenredigheid op uiteenlopende manieren benaderen. Daarom was het van belang een geharmoniseerd kader vast te leggen. Dat is gebeurd via richtlijn 2018/958 van het Europees Parlement en de Raad van 28 juni 2018 betreffende een evenredigheidsbeoordeling voorafgaand aan een nieuwe reglementering van beroepen.

Die richtlijn werd in Belgisch recht omgezet door de wet van 27 oktober 2020 betreffende een evenredigheidsbeoordeling voorafgaand aan de invoering of de wijziging van een beroepsreglementering. Deze omzetting betreft alleen het federale niveau en slaat niet op beroepen in de gezondheidszorg.

De rol van het publiek


Deze site fungeert als uniek portaal: enerzijds publiceren autoriteiten er informatie met betrekking tot hun voorgestelde (wijzigingen aan) beroepsreglementeringen, anderzijds kan het publiek er kennis van nemen en er opmerkingen bij formuleren.

Informatie publiceren doet elke autoriteit rechtstreeks op deze site, ofwel plaatst ze er een link op die doorverwijst naar de betreffende informatie.

Wat de adviesmogelijkheid voor het publiek betreft, zorgt elke autoriteit voor de modaliteiten daartoe, met inbegrip van de termijn waarbinnen adviezen haar moeten bereiken (zonder dat die termijn korter mag zijn dan twee weken vanaf de bekendmaking van de informatie). Daarna neemt de autoriteit kennis van die adviezen en kan zij haar voorstel naar keuze wijzigen of niet.

Deze procedure gaat vooraf aan de klassieke formaliteiten voor het betrokken besluit, zoals het verzoek om advies aan de Raad van State, afdeling wetgeving.

 

Lopende evenredigheidsverzoeken